donderdag 25 april 2013

Wat het was van George Pelecanos: terug naar 1972 in gedegen thriller

Alle thrillers van George Pelecanos zijn gesitueerd in de Amerikaanse stad Washington DC. Niet in het rijke deel van de stad, of in de omgeving van het Witte Huis en het Capitool, maar juist in de wijken en buurten waar gewone mensen wonen: middenklasse of arm, zwart of blank, vaak van Griekse afkomst.
Een aantal thrillers van Pelecanos laat hij afspelen in een bepaald, bepalend jaar uit de geschiedenis. Harde revolutie gaat bijvoorbeeld over het roemruchte jaar 1968 waarin na de moord op dominee Martin Luther King de stad Washington een zomer lang brandde.
In zijn nieuwste boek, Wat het was, keert Pelecanos terug naar 1972.
Privédetective Derek Strange kijkt in 2011 terug op de zomer van 1972 en vertelt aan Nick Stefanos het verhaal van Robert Lee Jones, ook bekend als Red Fury. Vlak voor de zomer was Strange voor zichzelf begonnen als privédetective, hiervoor had hij een paar jaar gewerkt als politieman. Zijn vroegere partner Frank Vaughn is inmiddels een oude rot in het vak te noemen en heeft, zoals veel van zijn blanke leeftijdgenoten, de nodige vooroordelen over de zwarte en gekleurde inwoners van Washington DC. Al heeft hij wel geleerd zich te matigen in het uiten van zijn oordelen. Samen hebben Strange en Vaughn hun handen vol aan Red Fury. Deze doorgewinterde crimineel besluit voor het gemakkelijke geld te gaan en berooft op gewelddadige manier een kleine dealer van zijn drugs. Met deze ripdeal zet hij een hele reeks van gebeurtenissen in gang die eindigen met veel bloedvergieten, geweld en moord.
Vaughn heeft er een hele klus aan om te midden van al het geweld Red, zijn vriendin Coco, een hoerenmadam en de hulpjes Fonzo en Jefferson op te sporen. Tussen de bedrijven door is Derek Strange voor een aantrekkelijke dame met een verleidelijk lichaam op zoek naar een bijzondere ring tijdens de ripdeal is gestolen.
Strange en Vaughn zijn niet de enigen die zoeken naar Red. De Italiaanse eigenaren van de drugs en tevens lid van een vooraanstaande Familie in New York laten zich niet zo maar beroven van hun handelswaar en sturen twee mannen er op uit om de drugs op te halen. Goedschiks of kwaadschiks.
In het voorwoord schrijft Pelecanos dat hij al een tijdje een boek wilde schrijven over Red, die al een kleine rol had in Tuinier van de nacht. Red is gemodelleerd naar Raymond ‘Cadillac’ Smith, een beruchte crimineel uit de jaren ’70.
Naar eigen zeggen schreef Pelecanos Wat het was in adem in de zomer van 2011 en dat is goed te merken. Het verhaal sluit als een bus en vormt een onafgebroken logisch geheel. Het had niet op een andere manier verteld kunnen worden.
George Pelecanos heeft het boek duidelijk met veel plezier geschreven. Hij heeft zichtbaar zijn best gedaan om de zomer van 1972 tot leven te wekken. Alle details zijn nauwkeurig beschreven. Alles klopt, van de kleding tot de muziek en niet te vergeten de auto’s. In eerste instantie is het erg prettig voor de lezer, die zich meteen in die tijd waant en zelf naar een lekker soulplaatje wilt luisteren tijdens het lezen. Later gaat het licht irriteren, zeker bij de zoveelste beschrijving van een bepaalde auto, de kleur en de vorm van de wieldoppen.
De personages zijn zo goed beschreven dat ze bijna echt tot leven komen en dat de lezer vergeet dat het om fictieve personages gaat.
Zoals we gewend zijn zit het wel goed met de plot en de opbouw van de spanningsboog. Wat het was is een gedegen, klasse thriller. Hopelijk keert desondanks George Pelecanos in zijn volgende thriller terug naar Spero Lucas, de Irak-veteraan en zijn strakke schrijfstijl.



Intuïtie van Isabel Bodar: een snelle maar bizarre thriller

Een van de dingen waar ouders het meest bang voor zijn, is de ontvoering van hun kind. Niet weten waar je kind is, of het pijn heeft en of het nog leeft.
Het overkomt Anne Blom. Ze komt aan het einde van de dag haar achtjarige dochter Femke ophalen van de naschoolse opvang. Tevergeefs want Femke is verdwenen. Na lang zoeken, blijft er maar een optie over: Femke is ontvoerd. Het is het begin van een zenuwslopende race tegen de klok, want de statistieken wijzen uit dat de meeste kinderen binnen een dag na ontvoering worden vermoord door hun ontvoerder. De politie zet alle mogelijke middelen en mensen in om Femke tijdig op te sporen. Voor Anne is er een belangrijke taak, zij moet bedenken waarom Femke is ontvoerd. Is zij een willekeurig slachtoffer of is er iemand uit het verleden van Anne die wraak wilt nemen op Anne via Femke?
Intuïtie laat zich lezen als een echte pageturner. Het boek heeft een moordend hoog verhaaltempo. De lezer wil alleen maar weten of Femke op tijd gevonden wordt. Het kat- en muisspel tussen politie en ontvoerder brengt Bodar goed en overtuigend in beeld. Bij de lezer zorgt het voor nagelbijtende spanning.
De snelle actie gaat helaas wel ten koste van de psychologische diepgang bij de personages. Dit is iets wat de beste kan overkomen, neem bijvoorbeeld de personages in de thrillers van Dan Brown. In Intuïtie blijven de personages oppervlakkig, hun emoties komen niet goed uit de verf. Er is geen gelegenheid om Anne goed te leren kennen en te lezen over de gevoelens van verdriet en angst die je zou verwachten bij een moeder wiens kind is ontvoerd. Het motief van de ontvoerder blijft vaag en is niet overtuigend genoeg.
Daarnaast is het bizar om te lezen over de preoccupatie van een rechercheur met seks en mooie vrouwen. Op zijn minst nogal onprofessioneel, ook al is het een man van vlees en bloed. De beschreven seksscènes zijn grof en zeer expliciet beschreven. Het maakt het boek rauw en hard. In combinatie met de ontvoering van een kind en de angst van de moeder schuurt het.
Ondanks het voorgaande, leveren de vlotte pen van Bodar, de goede spanningsopbouw en de snelheid van de plot een goede, maar bizarre thriller op. Het laat zien dat debutante Isabel Bodar genoeg talent heeft om een spannende thriller te schrijven. Hopelijk gebruikt ze haar talent om in haar volgende boek meer aandacht te schenken aan geloofwaardigheid van de personages en de psychologische diepgang. Dan gaat het helemaal goed komen met haar thrillers.

Dat meen je niet! van Marie-Cecile Beniers: heerlijk tussendoortje dat lekker wegleest

Journaliste Marie-Cecile Beniers heeft haar ervaring als verslaggeefster van een roddelblad gebruikt om een sleutelroman te schrijven, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor BN’ers en de bijbehorende roddelpers. Dat meen je niet! wordt hierdoor voor de lezer een soort puzzel wie is wie. Ondanks de waarschuwing voorin het boek dat het verhaal en alle personages fictief zijn, is toch leuk te raden welke BN’ers model hebben gestaan voor de verschillende personages.
In de eerste hoofdstukken van Dat meen je niet! lacht het leven de jonge journaliste Suzanne Frans toe. Ze heeft het allemaal: geweldige vakantie op Costa Rica met haar vriend Milo, de beroemde en zeer aantrekkelijke soapacteur, thuis een mooi appartement, goed gevulde kast met ITkleding, twee hartsvriendinnen en de onvermijdelijke gay best friend.
Na haar vakantie kan Suzanne aan de slag bij SHE, een bijlage voor vrouwen bij Het Nieuwsblad. Hier zou ze heel blij van moeten worden. Ware het niet, dat ze op het laatste moment te horen heeft gekregen dat ze met de bekende celebrity styliste Bliss Hummel moet samenwerken. Het is de bedoeling dat Bliss interviews doet met Nederlandse celebrities en dat Suzanne de interviews uitwerkt. Bliss is echter een onmogelijke vrouw, die te laat komt, alleen over zichzelf praat, vergeet de geïnterviewde aan het woord te laten en bovendien vreselijk arrogant en onbeschoft is. Kortom ze weet Suzanne tot het uiterste te tergen, die desondanks dapper doorbuffelt om uit niets toch een goed interview te maken.
Sinds hun terugkeer in Nederland heeft Suzanne het gevoel dat haar relatie met Milo bekoeld lijkt te zijn. Milo is zo druk bezig met de opnames voor een nieuwe televisieserie dat ze elkaar amper zien of spreken. Het wordt iets waar de roddelpers uitgebreid bovenop springt met suggestieve artikelen over hun vermeende breuk en de onvermijdelijke liefdesbaby die alles goed moet maken.
Dan volgt die ene verschrikkelijke dag waarop het leven van Suzanne volledig op z’n kop wordt gezet. Ze ontdekt verborgen kanten van Milo en vraagt zich af hoe ze in vredesnaam verder moet met haar leven.
Dat meen je niet! is een typische vertegenwoordiger van het chicklitgenre. Het draagt alle kenmerken ervan: de echte liefde, het drama, het misverstand, de humor en voor bijna iedereen een ‘happy end’.
Goed beschouwd is er weinig verschil tussen de romans voor oudere meisjes die onze (groot)moeders lazen en de chicklits van nu. Alle twee hebben ze een hoofdpersoon die haar weg in het leven en de liefde zoekt. Aan het einde van het boek heeft de heldin haar bestemming bereikt en kan ze haar leven leiden zoals iedereen dat van haar verwacht. Toen was het huwelijk met de juiste man, gevolgd door het moederschap de eindbestemming van de jonge vrouw. Werk of opleiding was tijdelijk en bedoeld voor de persoonlijke ontwikkeling of als nuttige tijdbesteding tot het huwelijk.
Nu is het vinden en behouden van het juiste werk een belangrijk einddoel geworden. Liefde speelt wel een rol van belang maar lang niet iedere chicklit eindigt met het huwelijk van de heldin.
Voor Suzanne heeft haar werk een hoge prioriteit. Eerder werkte ze als roddeljournaliste, maar raakte ze in de knoei met haar geweten. Haar baan bij SHE is niet wat ze gehoopt en verwacht had. Geleidelijk aan gaat de baan bij SHE steeds meer wringen, waardoor Suzanne gedwongen wordt na te denken over haar loopbaan. Uiteindelijk ontdekt ze wat haar ware bestemming is. De liefde overvalt haar wanneer ze dit het minst verwacht. Natuurlijk moet er wel eerst een misverstand worden opgelost, voordat ze de ware in haar armen kan sluiten.
Zoals je mag verwachten van een echte chicklit, is Dat meen je niet! luchtig van toon, vlot geschreven en bevat het veel populair taalgebruik. Het chicklitgenre is het enige dat hier succesvol mee weg kan komen. Het populaire taalgebruik geeft het boek een actueel tintje zodat het een boek anno nu wordt. Zeker in combinatie met de hedendaagse communicatiemiddelen en de social media.
Alles bij elkaar genomen is Dat meen je niet! een echte chicklit en daarmee een heerlijk tussendoortje dat lekker wegleest.

dinsdag 16 april 2013

Diepe wonden van Nele Neuhaus: spannende thriller met indringend verhaal

Diepe wonden is het tweede boek dat in Nederland verscheen van de Duitse bestsellerschrijfster Nele Neuhaus. Eerder verscheen van haar Sneeuwwitje moet sterven. Diepe wonden is het derde deel in de serie rond rechercheur Pia Kirchhoff en haar chef Oliver Bodenstein.
Bij de combinatie van thriller en bestseller is men al snel geneigd te denken dat Diepe wonden een oppervlakkige snelgeschreven pageturner is. Niets is echter minder waar. Het verhaal is complex, opgebouwd uit veel verhaallijnen waarvan de onderlinge samenhang pas laat duidelijk wordt. Door deze complexiteit laat het verhaal niet zich in een paar zinnen navertellen, daarom hier enkel een schets van de belangrijkste verhaallijnen.
In een dorp nabij het Taunusgebergte wordt het lichaam van de hoogbejaarde joodse heer Goldberg gevonden. Hij is gedood door een nekschot. Op een spiegel in het huis staat met bloed de cijfers 16145 geschreven. Tijdens de autopsie blijkt dat Goldberg een SS-tatoeage op zijn arm heeft. Rechercheur Pia Kirchhoff en haar chef Bodenstein staan voor een raadsel. Hoe kan een joodse man de tatoeage van een SS-er op zijn arm hebben, of was hij wellicht niet wie hij zei dat hij was? Niet lang daarna worden nog twee bejaarden vermoord, op precies dezelfde manier. Onderzoek wijst uit dat de rijke Vera Kaltensee in contact stond met de drie slachtoffers. Zij is het hoofd van zowel de familie Kaltensee als het multinationale familiebedrijf. Al snel blijkt dat zij en haar familieleden het een en ander te verbergen hebben en niet van plan zijn dit met de politie te delen.
Pia, Bodenstein en hun team raken verstrikt in het duistere verleden van de familie en hun zorgvuldig bewaarde geheimen. Daarbij komt dat de meeste hoofdpersonen geregeld de waarheid verhullen of verdraaien, in gesprekken met elkaar of de politie.
Het zorgt voor toenemende verwarring bij zowel de politie als de lezer. Het had geen kwaad gekund als er voorin een namenlijst was opgenomen. De hoeveelheid namen en bijbehorende verhaallijnen die in het eerste deel over de lezer wordt uitgestort is immens.
De lezer die zich hierdoor niet laat afschrikken en dapper doorleest tot het prachtige einde wordt beloond met een goedgeschreven, spannend en gedegen verhaal dat sluit als een bus. Het boek laat op indringende wijze zien dat het oorlogsverleden van vele Duitsers diepe wonden heeft nagelaten bij de overlevenden en hun nakomelingen.
Diepe wonden is geen vlot weglezende pageturner en dat is maar goed ook. Het zou geen recht doen aan de heftige thematiek van dit boek. Ondanks dat Diepe wonden zware kost is in vele opzichten, is het een boek dat beslist de moeite van het lezen waard is!

Vier sterren

Spookman van Roger Hobbs doet denken aan films van Tarantino

Met Spookman heb je meer dan een intrigerende thriller in handen: het boek is ook een handleiding voor het plegen van een bankoverval. Een spookman bestaat eigenlijk niet, hij wisselt steeds van identiteit. Dankzij hem verdwijnen de medeovervallers. Ongewild raakt deze spookman betrokken bij een conflict tussen twee jugmakers, criminele organisatoren. De ene geeft hem de taak om een tas met miljoenen dollars veilig te stellen. Hiervoor heeft spookman 48 uur de tijd. Spookman moet de klus aannemen omdat hij iets goed te maken heeft. Vijf jaar eerder mislukte, mede door zijn schuld, een spectaculaire overval in Maleisië. De tas opsporen is niet eenvoudig, want de andere jugmaker heeft de jacht op hem geopend.
Spookman is anders dan andere thrillers, het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van een bankrover. Spookman is gewetenloos en belezen. Hij gaat voor de volle 100 procent voor de kick. Ook heeft hij zelfinzicht en weet hij precies waar het misging. Op bijna wetenschappelijke wijze beschrijft spookman hoe men een geslaagde overval pleegt. Hij benadrukt het belang van een goed team met specialisten.
Hobbs spaart fijnbesnaarde lezers niet, wat betreft de bloederige details. Gelukkig compenseert hij dit met humor. Zo laat hij iemand verzuchten van opluchting dat een ander zwaargewond uit een Mazda MX5 kon kruipen, want in zo’n Japanse auto wil je toch niet dood gevonden worden.
Spookman doet denken aan Quentin Tarantinofilms wat betreft actie, bloederigheid en humor. Ik heb in geen tijden zo’n fascinerende thriller gelezen én zoveel nieuwe woorden geleerd. Ook prettig: Hobbs zadelt de lezer niet op met morele oordelen, dat mag je zelf doen.

Deze recensie is gepubliceerd in BOEK nr. 2 jaargang 10 maart/april 2013.

maandag 8 april 2013

Mist van Martine Kamphuis: een herkenbare, spannende YA-thriller

In Mist, de YA-thriller van Martine Kamphuis, kan Carlo, een eerstejaars student geneeskunde in Utrecht, zijn geluk niet op als Walter, een ouderejaars, hem een kamer aanbiedt in Bothar, het studentenhuis waar hij woont. Al snel komt Carlo er achter dat er vreemde zaken spelen in Bothar en vraagt hij zich af of hij er wel goed aan heeft gedaan te verhuizen. De huisgenoten lijken niet echt geïnteresseerd in Carlo. Van Malika, de hoofdbewoonster, kan Carlo geen hoogte krijgen. Het ene moment zoekt ze toenadering tot hem, om het volgende moment weer heel afstandelijk te doen. Met één voormalige huisgenoot is iets geheimzinnigs gebeurd, een andere is weggestuurd. Niemand wil erover praten, het lijkt of iedereen iets te verbergen heeft. Tijdens een weekje Ameland met alle huisgenoten komen alle spanningen en emoties tot uitbarsting, met fatale gevolgen.
Mist zal zowel wat betreft setting als emoties en personages een herkenbaar boek voor veel jongeren zijn. Het boek volgt Carlo, die net beginnen is aan zijn studie geneeskunde en op kamers woont, ver bij zijn ouders vandaan. Carlo is druk bezig met zijn studie en het ontdekken van de weg die hij wil volgen in het leven. Bothar is door Malika opgericht omdat zij veranderingen wil bewerkstellingen in de wereld, en zij dat samen met anderen wil doen. Het is echter de vraag of Carlo en Bothar hetzelfde zoeken en willen in de wereld.
Mist laat op een mooie manier zien hoe Carlo verandert. Eerst is hij een onzekere jongen die aansluiting zoekt bij onbekende mensen in een nieuwe wereld, en daarvoor heel ver wil gaan, tot ruim over zijn grenzen. Uiteindelijk wordt hij meer zichzelf en neemt hij zijn eigen beslissingen, al gaan die tegen de wensen van anderen in. Door de bijzondere gebeurtenissen wordt hij in korte tijd volwassen. In dit opzicht is Mist een prachtig coming-of-age boek te noemen. Daarnaast is het gelukkig ook een onvervalste spannende thriller. Carlo en zijn huisgenoten schrikken iedere keer weer van die geheimzinnige zwarte schim die door de kamer schiet. En dan is er nog het raadsel wat er met de overleden huisgenoot is gebeurd. Ongeluk, zelfmoord, of toch moord? Carlo gaat uit nieuwsgierigheid op onderzoek uit. Tot zijn grote ontsteltenis ontdekt hij dat zijn huisgenoten hem zeker niet alles vertellen, en in ieder geval niet te vertrouwen zijn.
Martine Kamphuis heeft zich goed ingeleefd in de personages. Hun gevoelens van onzekerheid, angst, maar ook macht en boosheid weet zij goed te verwoorden. Ze zijn herkenbaar voor jongeren die zoeken naar hun weg in het leven, ondertussen uitgebreid experimenterend met liefde, seks en vriendschap. Iedereen in Bothar worstelt op een of andere manier met zijn of haar jeugd of afkomst. In deze fase van hun leven moeten zijn zich losmaken van hun ouders, en een nieuwe band met hen opbouwen.
Mist is een boek dat jongeren door de herkenbare thematiek en het spannende verhaal beslist zal aanspreken!

Deze recensie is ook te lezen op www.crimezone.nl

De expat van Patricia Snel geeft realistisch beeld van expatleven in Singapore

Patricia Snel vertelde tijdens de presentatie van De expat, haar derde thriller, dat haar verblijf in Singapore als expat haar inspireerde tot het schrijven ervan. En dan vooral haar overbuurman. Het zal de lezer dan niet verbazen dat dit verhaal zich geheel afspeelt in de wereld van de expats in Singapore en daar een realistisch beeld van schetst.
Marketingmanager Julia en haar man Paul, een financieel expert, hebben een koud Amsterdam verruild voor het zonnige en opgeruimde Singapore omdat Paul daar goede kansen voor zijn carrière zag. Na twee maanden is het Julia nog niet gelukt om een baan te vinden, terwijl Paul 24/7 bezig is met zijn werk. Hij heeft geen tijd meer voor andere zaken, of aandacht voor Julia. Zij krijgt zo langzamerhand genoeg van het typische leven van een expatvrouw: hangen bij het zwembad, winkelen en champagne drinken met andere expatvrouwen. En de inwonende ‘maid’ die alles doet in het huishouden had voor haar ook niet gehoeven.
Op een dag ontdekt Julia, met de verrekijker van Paul, in het flatgebouw aan de overkant een man die haar begluurt. Er ontstaat een flirterig spel tussen Julia en de overbuurman. Voordat Julia het in de gaten heeft, loopt het spel gigantisch uit de hand en zijn de gevolgen niet te overzien.
Ongeveer tegelijkertijd vindt Julia, tijdens het snuffelen in de spullen van haar meid, een foto van een andere 'maid' die gruwelijk is mishandeld. Geschrokken van de foto, besluit Julia op onderzoek uit te gaan en komt ze achter de schokkende waarheid over de mensenhandel en de kinderprostitutie in Azië. Een waarheid die haar leven en dat van vele anderen in gevaar brengt.
De expat begint bijna als een chicklit, met een vrouw niet genoeg aandacht krijgt van haar man. Ze twijfelt of hij echt veel aan het werk is, of dat hij vreemdgaat. Uit een soort balorigheid begint ze te flirten met een andere man. De lezer wordt hierdoor flink op het verkeerde been gezet, want ongeveer halverwege verandert de toon van het boek drastisch. De expat verandert in een spannende thriller waarin wordt verteld over uitbuiting, mensenhandel en (kinder)prostitutie. Patricia Snel heeft zich duidelijk goed in de materie verdiept en laat een huiveringwekkend beeld zien.
De schrijfstijl van Patricia Snel is vlot en luchtig, zoals gebruikelijk in chicklits. Vooral in de eerste helft van het boek strooit ze rijkelijk met namen van merken, champagne en andere luxezaken. Het vergroot het contrast tussen het luxeleven van de expats en het armoedige leven van de uitgebuite gastarbeiders en prostituees.
Op het eerste gezicht lijkt Julia een typische expatvrouw die net als de andere in het begin moeite heeft om haar draai te vinden. Bij nader inzien zit ze toch anders in elkaar. Ze wil net als in Nederland graag aan het werk op haar niveau. Bij gebrek hieraan zoekt ze op een andere manier spanning en uitdaging. In eerste instantie door te flirten en later door haar onderzoek. Gaandeweg verandert ze in een sociaal bewogen vrouw, zodra ze doorheeft wat er speelt achter de mooie, opgeruimde façades van Singapore. Het maakt haar tot een echt mens.
Helaas zijn niet alle personages zo goed gelukt als Julia. Haar vriendinnen blijven wat vlak en oppervlakkig. En haar moeder ontstijgt niet het clichébeeld van de typisch Nederlandse, zeurende en klagende moeder. Met de vader van Julia is iets geheimzinnigs gebeurd. Het komt een paar keer terug in het verhaal, maar blijft hangen in vaagheden. Het had beter geweest als dit wat duidelijker was uitgewerkt, of gewoon was weggelaten, want voor het verhaal heeft het geen functie.
De spanning is in het eerste deel enkel aanwezig in de vorm van een kil briesje. Het wordt veroorzaakt doordat de belevenissen van Julia worden afgewisseld met die van een man die zich bezighoudt met een kwalijke handel, waar hij uiterst grof over spreekt. Later, als bekend is wie deze man is, blijft het verhaal uitermate spannend voor de lezer, die wil weten of de man ermee wegkomt, of niet.
De expat is een thriller die zowel de zonnige kant van Singapore laat zien, als de aandacht vestigt op de schaduwzijden. Dat is goed, want zo krijgt het verhaal de nodige diepgang en wordt het de moeite van het lezen meer dan waard.

Deze recensie is ook te lezen op www.crimezone.nl

dinsdag 2 april 2013

In vredesnaam van Daniëlle Hermans: intrigerende geheime vrouwenclub

In april 2013 is het precies 300 jaar geleden dat de Vrede van Utrecht werd gesloten, na vele maanden van onderhandelen tussen gezanten van onder andere de Republiek, Pruisen, Frankrijk en Engeland. Daniëlle Hermans schreef voor deze gelegenheid de thriller In vredesnaam, waarin ze vertelt hoe volgens haar de onderhandelingen verliepen. In haar theorie verzamelde de goed opgeleide Utrechtse vrouw Aleide Cuperus een groep gelijkgestemde vrouwen om zich heen die op de achtergrond, zonder dat de mannen het in de gaten hadden, de onderhandelingen gunstig beïnvloedden. Anno 2013 zou er nog steeds een geheimzinnige vrouwenclub actief zijn. Vlak voor de grootse viering van 300 jaar Vrede van Utrecht worden vermoorde vrouwen gevonden in de Utrechtse kerken. Rechercheurs Nicole Hessels en Rob van Helden krijgen de opdracht deze moorden op te lossen voordat de festiviteiten van start gaan. Al snel ontdekken ze een verband tussen de moorden, maar of ze daarmee de moordenaar kunnen is vinden is nog maar de vraag.

Daniëlle Hermans is uitgebreid het archief en de bibliotheek ingedoken voor deze thriller, en heeft een interessant stuk geschiedenis boven tafel gehaald. De door haar verzonnen vrouwenclub heeft ze er vakkundig tussendoor gevlochten. Haar beschrijving van het verborgen gangenstelsel onder Domplein en de andere kerken in het Utrechtse kerkenkruis komt realistisch over. Eenieder, die wel eens in de kelder van het café in de hoek van het Domplein is geweest, zal beamen dat het op zijn minst een plausibel gegeven is.

Daniëlle Hermans heeft ware feiten en verzonnen details en een fictief heden verweven tot een gedegen historische thriller. De theorie van de vrouwenclub is intrigerend, vrouwen die al 300 jaar achter de schermen aan de touwtjes trekken en zo hun onzichtbare invloed uitoefenen op de loop van de wereldgeschiedenis.

Tot slot een klein storend detail. Het taalgebruik en zinsopbouw in de dialogen zijn in het verleden en het heden precies hetzelfde. Het doet anachronistisch aan. Jammer, want andere zinsneden en woorden voor dialogen in het verleden hadden het boek naar een hoger plan getild.

Desondanks is In vredesnaam een vlot geschreven, lekker weglezende, spannende, historische thriller.