
In Mijn straat is geel geeft Lizette Dalebout een boeiend verslag van het dagelijks (over)leven van een Nederlands expatgezin. Het was niet haar keuze om in Shanghai te wonen, desondanks probeert ze er het beste van te maken voor zichzelf en haar kinderen. Ze leert Mandarijn, regelt een ‘fixer’. In dit geval Lingyi, een jonge Chinese vrouw die haar tolk is voor zowel taal als cultuur. Bij toeval ontdekt Dalebout Yue-Sai Kan, een beroemde Chinese vrouw met eigen make-up merk en tv-show. Al snel krijgt ze het idee een soort Chinese Oprah-magazine of LINDA te maken rond deze intrigerende vrouw. Lizette Dalebout weet haar inspanningen op een geweldige, hier en daar humoristische manier te beschrijven.
Lizette Dalebout wil haar kinderen graag een stabiele achtergrond geven. Iets wat niet eenvoudig is in wereldstad Shanghai. Bovendien gaan de kinderen naar een internationale school met kinderen uit vele culturen. Haar dochter leert niets op haar eerste school en is er ongelukkig. Lizette Dalebout zoekt onvermoeibaar naar een betere school voor haar.
Mijn straat is geel blinkt uit in de scherpe observaties over de Chinese volksaard. In een eigenzinnige stijl met veel korte constaterende zinnetjes beschrijft ze het gedrag van de Chinezen in Shanghai en de manier waarop zij en andere buitenlanders er op reageren. Overbodig te zeggen dat dit vaak met verbazing en verbijstering is. In Shanghai wonen veel Chinezen met ambitie en sterke handelsgeest. Loyaliteit naar anderen is hen vreemd. Ze gaan 100% voor zichzelf. Hans Dalebout ontdekt op een dag dat zijn fantastische secretaresse na jaren goede inzet, geld van het bedrijf verduisterd heeft om zelf een bedrijf op te zetten. Nadat hij haar ontslagen heeft, wil ze hem een voorstel doen voor een zakelijke samenwerking.
Het lijkt alsof Mijn straat is geel een verzameling columns is. Het verhaal is niet gestroomlijnd, springt van de hak op de tak. Vreemd genoeg is het niet storend. Het past goed bij een verslag van het leven in een land waar dingen opeens veranderen.
Bovenstaande recensie is gepubliceerd in BOEK juli/augustus 2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten